Nederlandse naam: Blauwe druif, Frankenthaler
Toepassing: salade, bowl, desserts,vruchtensap. Of als tafeldruif bij kaas.
zon
stek
bloei mei
oogst oktober
snoeien juni
niet laten verwilderen en open houden
bemesting in winter kalk des te groter de plant meer kalk
Bij zure vruchten de winter erop meer kalk gebruiken voor zoetere vruchten.
Vitis vinifera Frankenthaler, blauwe wijn en tafeldruif druif, Kasdruif, Rijptijd:half september, Productiviteit: grote opbrengst, Standplaats: kas, buiten alleen op zeer zonnige plaats, Vruchten: redelijk grote trossen met middelgrote bessen, Kwaliteit: vrij zoet, goede smaak, Bij te grote opbrengst kleuren de bessen niet geheel af maar blijven soms rood of groenig. Ze komen dan wel op smaak.
Druiven groeien in elke goed ontwaterende tuingrond, met voldoende humeus materiaal. Ze hebben een hekel aan natte voeten, zware klei of echt zure grond. Het beste groeien ze op een kalkrijke, kleiachtige grond, of een humushoudende zandgrond. Als dat nodig is moet dus voor het planten voldoende compost of ander organisch materiaal in en rond het plantgat aangebracht worden, of, als de grond te zuur is, een kalkhoudende meststof.
Plantafstand druiven: 2 meter.
Druiven kunt u buiten het beste planten als de grond nog warm is in het najaar (tot de eerste vorst) of in het voorjaar als de kans op nachtvorst voorbij is. In de kas kan natuurlijk al eerder geplant worden. Jonge, pas geplante druiven moeten wel wat bescherming hebben als het gaat vriezen.
Snoeien van druiven:
In de oksels van de stiften zullen zich in de loop van de zomer voortdurend nieuwe scheuten ontwikkelen. Hier komen geen vruchten aan, en ze moeten dan ook zo snel mogelijk, liefst om de 2 of 3 weken, weggehaald worden. Dit karweitje noemt men dieven.
Na het planten snoeien we de plant terug tot op 3 ogen. Als de ogen uitlopen in het voorjaar houden we een sterke scheut aan en binden deze stevig tegen een bamboestok of aan draden. De andere scheuten worden uitgebroken.
De zij armen worden horizontaal geleid, deze armen kunnen een aanzienlijke lengte bereiken en geven vrucht over de hele lengte van de arm. Uit de ogen van gevormde armen groeien namelijk scheuten die vrucht gaan geven, vaak twee of drie trossen per scheut.
Voor een goede rijping is het beter dat er maar een tros wordt aangehouden. De scheut wordt getopt na het vijfde blad na de tros. Scheuten zonder tros worden volledig weggebroken.
In de winter worden de takken die vrucht hebben gedragen teruggesnoeid op de onderste twee ogen. (Tussen kerst en Oud en Nieuw).
Krenten van druiven
Er moet helemaal niets.
Druiventelers krenten druiventrossen om mooie trossen dessert- of tafeldruiven met grote bessen te krijgen. Voor wie minder aan een mooi trosuiterlijk hecht, of voor het maken van wijn, is het totaal onbelangrijk. Het krenten schijnt de bewaartijd van een tros wel enigszins ten goede te komen, maar ook dat is marginaal.
Het is bovendien een behoorlijk tijdrovend karwei dat als volgt wordt gedaan:
Met een speciaal schaartje met scherpe punten worden in deze maand (juni) de kleinste besjes uit de trossen geknipt (verwijderd). Dat wordt gedaan als de bessen (‘korrels’ zegt de kweker) gemiddeld zo groot als een doperwt zijn. Wat later kan het niet meer omdat dan de waslaag van de bessen beschadigd kan worden en dat herstelt zich niet meer.
De mooiste bessen mogen blijven. Die kunnen dan beter (dikker) uitgroeien. Bovendien wordt gezorgd dat de tros een fraaie, slanke vorm krijgt. Er wordt bovenaan bij de ‘schouder’ van de tros begonnen. Bessen binnen in de tros worden sowieso weggeknipt. Alle te kleine besjes gaan eruit.
Bekalken van druiven
Een druivelaar heeft een vrij grote kalkbehoefte. De ideale zuurtegraad (pH-waarde) bedraagt 6,5 tot 7. Is de pH van uw grond lager, dan is een jaarlijkse gift Zeewierkalk Poeder als onderhoudsbekalking zeker aangewezen. Bekalken doet u best in het voorjaar.
Bemesten van druiven
Een druivelaar heeft ook veel voeding nodig. De plant begint te groeien vanaf maart en groeit door tot in september. Tijdens deze lange groeiperiode moet er voldoende voeding aanwezig zijn. Daarom gebruikt u best een samengestelde organische meststof die geleidelijk over een lange periode haar voedingselementen vrijgeeft. Organische Meststof Druiven is een perfect op punt gestelde druivenmeststof. Het is een organische bemesting op basis van bloedmeel. Ze bevat extra magnesium, waardoor het vroegtijdig rood verkleuren van de bladeren voorkomen wordt.
Vergeet ook niet, dat een plant die een gepaste voeding krijgt, minder gevoelig is voor externe factoren, zoals temperatuurschommelingen, ziekten of gebreksverschijnselen.